donderdag 27 maart 2025
Kleine Jongen Jezus wordt door de wereld afgewezen
Bericht van Onze Heer Jezus aan Valentina Papagna in Sydney, Australië op 1 maart 2025
's Ochtends kwam de Engel en nam me mee naar het Vagevuur. Hij leidde me waarheen ik moest gaan toen plotseling een kleine jongen verscheen. Hij was ongeveer vijf jaar oud. Ik wist dat de kleine jongen Onze Heer Jezus was.
Met een droevig uitdrukking vroeg Kleine Heer Jezus, “Zou je Me borstvoeden?”
Ik zette Hem op mijn schoot en bood Hem de borst. Hij leek zo droef.
Ik vroeg, “Waarom ben Je zo droevig? Waar is je moeder, Moeder Maria?”
Hij antwoordde, “Ik weet het niet. Ik Ben zo droef. Niets zal Mij bevredigen. Niets maakt Mij meer blij.”
Zachtjes tegen Hem sprekend vroeg ik, “Maar waarom dan?”
Hij zei, “De wereld bekijken doet Mij zo veel pijn omdat Ik niet gewenst word! Daarom kom ik bij jou — jij troost me.”
Ik voelde zo spijt voor Onze Heer terwijl ik probeerde Hem te troosten toen plotseling een paneel glas verscheen voor ons, en kleine konijnen verschenen aan de andere kant van het glas.
Ze waren zo aardig dat ik tegen Hem zei, “Ohh, kijk eens naar de kleine konijntjes. Het moet bijna Pasen zijn.”
Kleine Jongen Jezus keek naar de konijnen maar glimlachte niet. Hij zei, “Ze zijn in orde, maar Ik Ben niet blij — niets zal Mij meer blij maken.”
Ik antwoordde, “Ohh, maar ik hou van Je, en veel mensen op de wereld houden van Je en troosten Je.”
“Ja, maar Ik Ben niet blij,” zei Hij, “De wereld wil Mij niet. Ze rebelleren alleen tegen Mij. Ze verwerpen Mij, en Ik word in de wereld niet gewenst, en Ik Ben zo droef. Niets kan Mij meer blij maken. Terwijl ik om me heen kijk, ben Ik erg boos.”
Ik was Hem aan het borstvoeden toen de Engel tegen mij zei, “We moeten gaan.”
Kleine Jongen Jezus zei, “Neem Me mee!”
“Je wilt met me komen?” vroeg ik.
Hij nikte en zo liepen we samen, begeleid door de Engel. Ik herinner me dat we een tijdje liepen, veel zielen ontmoetten, en dan plotseling zag ik Hem niet meer.
Niets kon Onze Heer opvrolijken. Ik voelde Zijn diepe droefheid voor de wereld. Hij bereidt zich voor op een Nieuw Tijdperk dat komt, en tegelijkertijd wil Hij mensen niet straffen omdat Zijn liefde en goedheid Hem tegenhouden, maar de zonden van de wereld beledigen Hem zo erg.